13.3.16

Wijnoogstjaar 2014 net zo slecht als 2010



Hongaarse wijnmakers waren aanvankelijk hoopvol over het wijnjaar 2014. De lente begon warm en de verwachting was dat het een uitstekend jaar zou worden. In augustus was men nog maar gematigd optimistisch. Als de zon maar voldoende zou schijnen, zou het nog een mooi wijnjaar kunnen worden, was de teneur. Helaas, de zon bleef weg. Ervoor in de plaats kwam de ontnuchterende realiteit. Veel neerslag, afgewisseld met hoge temperaturen. Hoge luchtvochtigheid, dus een gunstig klimaat voor druivenziektes. Met als afsluiting een koude, natte herfst. De druiven konden niet volledig uitrijpen en de opbrengsten waren laag. Als je een wijn drinkt uit dit jaar, reken dan op hoge zuren. Of neem liever een rosé. Gaat er al een belletje bij je rinkelen? Inderdaad: wijnjaar 2014 was net zo slecht als 2010.

Vroege oogst
Terwijl het toch zo mooi begon in het hele land. De winter was zacht geweest en de druiven vormden 2-3 weken eerder hun knoppen dan normaal. Dat beloofde wat. De wijnboeren dachten dat dit het hele jaar zo door zou gaan. De zomer begon warm, alleen liet de zon zich nauwelijks zien. In augustus, tijdens de rijpingstijd, wisselde de verzengende hitte af met veel regen. Ook de herfst liet het afweten. Het seizoen startte met veel te lage temperaturen, die steeds verder daalden. En intussen bleef het maar regenen. Sommige wijnmakers spraken van 'een bijbelse zondvloed'. Zoals bekend, worden druiven zuur als de zon amper schijnt en de neerslag te groot is. Het suikergehalte in de druiven (uitgedrukt in graden mostgewicht) blijft te laag. Daardoor zijn de wijnen niet geconcentreerd en bevatten ze weinig alcohol en veel zuren. In het overgrote deel van Hongarije moesten de druiven eerder geoogst worden dan normaal. Net als in 2010 is er in 2014 wel veel rosé gemaakt. Rosé kan namelijk toe met een lager mostgewicht.
Druivenrassen die vroeg rijpen, zoals csabagyöngye en rizlingszilváni, konden nog vóór de hevige septemberbuien geoogst worden. Variëteiten als chardonnay en cabernet sauvignon, die een lange rijpingstijd nodig hebben, hadden het bijzonder moeilijk. Als de wijnboer een zorgvuldige selectie toepaste, konden er hoogstens wijnen met hoge zuren van gemaakt worden.

Lage opbrengst
Op de meeste plekken was de opbrengst zeker 30-50% minder dan normaal. Het grootste verlies leden de kleine wijnmakers. Sommige domeinen maakten zelfs helemaal geen wijn. De grotere, machinaal werkende wijnhuizen hadden meer mogelijkheden om hun druiven te beschermen.

Árvay uit Tokaj


Azijnrot. Foto: www.tarcalkutato.hu

Ook voor János Árvay uit Tokaj was het een ongewoon en bijzonder moeilijk jaar. Hij had bovendien de pech dat hij in 2014 voor het eerst biologisch werkte en dus biologische bestrijdingsmiddelen moest toepassen. In een slecht wijnjaar is dat een dubbele uitdaging. De zomer was superheet, met 35-40 graden in de schaduw. De hoge temperaturen werden afgewisseld met enorme regenbuien, met een hoge luchtvochtigheid als gevolg. En toen viel de meeldauwbom, zoals Árvay dat noemt. Tijdens de veraison (de rijpingstijd die in augustus begint) viel 60 mm regen. Een paar dagen later tastte de grijze rot de druiven aan. De wijnmaker, kennelijk toch een optimist, dacht: geen man overboord, misschien krijgen we flink veel aszúdruiven. Maar ja, toen begon het weer flink te regenen. Een drama dus. De schimmelziekten waren een grote zorg. Verder richtte niet alleen het Aziatisch lieveheersbeestje (harmonia axyridis) enorme schade aan, maar ook de Aziatische fruitvlieg (drosophila suzukii). Op de Grote Furmintproeverij klaagden de wijnmakers eveneens over het laatstgenoemde beestje. Het bijt zich door de gezonde druivenschil heen, waarop azijnrot ontstaat. In de wijngaard waart dan de geur van azijn en aceton rond.

Mátra, Villány en Szekszárd


Bálint Losonci

Bálint Losonci uit de regio Mátra zag dat tijdens de oogst de traktoren in de modder bleven steken en de mensen tot hun knieën in de modder stonden. Hijzelf had meer geluk. Zijn druiven rijpten mooi uit nog vóór de zondvloed in september. Waarom die van hem wel? Omdat hij biologisch werkt, denkt hij. Volgens hem rijpen druiven eerder als ze biologisch geteeld worden.
Matias heeft wijngaarden in Villány, Pécs, Szekszárd, Badacsony és Tokaj. Dit wijnhuis maakte in 2014 helemaal geen witte wijn, omdat de kwaliteit van de druiven onvoldoende was.
Ook in Szekszárd was het hommeles. Hier tastte de grijze rot de druiven aan, waardoor de oogst 20-30% kleiner was dan normaal. De portugieser werd met een laag mostgewicht geoost en de kadarka werd op veel plekken niet eens binnengehaald, zo slecht was de kwaliteit door de septemberregens.

Tokaj



In Tokaj was de klacht dat de combinatie hitte en neerslag zorgde voor druivenziekten als meeldauw, azijnrot en peronospora (valse meeldauw).
Als de druiven sterk genoeg waren en de wijnmakers voldoende geduld hadden, konden ze in de laatste zes weken van het oogstseizoen nog goede aszúdruiven oogsten, maar slechts een fractie van de normale hoeveelheid. Grote wijnhuizen als Sauska en Oremus produceerden 75% respectievelijk 85% van de normale hoeveelheid. Bij de kleinere wijnhuizen was de opbrengst vaak belachelijk laag. Szepsy produceerde 5000 in plaats van 50.000 flessen, Gizella 1500 versus 10.000 en Bardon 2500, terwijl de gebruikelijke hoeveelheid 15.000 was. Dat zijn natuurlijk enorme verschillen.

En 2015 dan?
Gelukkig was 2015 een een goed wijnoogstjaar. Niet zo'n topjaar als 2013, maar wel veel beter dan 2014. Over een tijdje kom ik nog hierop terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten