27.5.16

Het wijngebied Villány


Foto: Erika Nagy

Afgelopen maand bracht ik met mijn nicht Erika een geweldig wijnweekend door in het wijngebied Villány. Toen ik vanochtend mijn blogpagina opende, realiseerde ik me dat ik tot nu toe weliswaar veel geschreven heb over wijnen uit Villány, maar nog niets over de wijnregio zelf. Dat kan natuurlijk niet. Tijd dus voor een intro. Over een paar dagen volgt een verslag van ons wijntripje.

Klimaat en bodem
Liefhebbers van Hongaarse wijnen hoef je meestal niets meer te vertellen over het wijngebied Villány, maar ik waag me er toch aan. Het gebied ligt in Zuid-Hongarije en heette vroeger Villány-Siklós. In de deelregio Villány wordt vooral rood gemaakt en in het minder bekende Siklós hoofdzakelijk wit.
De wijnstreek bestaat uit een 40 kilometer lange strook die van oost naar west loopt. Het gebied is 45 ha groot, waarvan 18 ha beplant is met druiven. Het klimaat is submediterraan en daarmee een van de warmste wijnregio's in het land. Dat is onder meer te danken aan de warme lucht die vanaf de Middellandse Zee wordt aangevoerd. De winters zijn er zacht, en in de lente en herfst vriest het zelden.
De bodem in Villány bestaat vooral uit kalk bedekt met löss. Die bovenlaag is vaak gemengd met klei of zand. Je zou verwachten dat de kalkbodem de wijnen zachter maakt, maar voor Villány gaat dat zeker niet op. De wijnen die hiervandaan komen, hebben hoge extracten en bevatten vaak veel alcohol. Waarbij we op een veelgehoord punt van kritiek komen: "kan het niet wat minder met die blockbusters uit Villány?" Oftewel: of het wat eleganter kan, daar in het zuiden van Hongarije. Ja, gelukkig wel, zoals Erika en ik ook tijdens onze wijnreis ontdekten.

Bordeaux
Het is bijna een cliché, maar Villány ligt op dezelfde breedtegraad als Bordeaux. Van deze eigenschap wordt dan ook dankbaar gebruik gemaakt. Er worden rode wijnen gemaakt, waarvan gezegd wordt dat ze qua stijl aan die uit de Médoc doen denken. Met de eerdergenoemde blockbusters in het achterhoofd weet ik nog steeds niet wat ik me daarbij precies moet voorstellen. Het zijn in ieder geval cuvées van cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot.
Dit zijn echter niet de enige rode druiven die hier voorkomen. Hugh Johnson zei het ook al: de beste portugieser komt uit Villány. Net als cabernet sauvignon maakt deze variëteit bijna 20% van de totale aanplant uit. Verder vinden we er ook cabernet franc, merlot, kékfrankos, pinot noir, zweigelt en kadarka.
In Siklós staan vooral deze witte druiven in de wijngaarden: hárslevelű, olaszrizling, tramini en ottonel muskotály (muscat ottonel).

Wijndorpjes


Het stadje Villány bij het ochtendgloren

De belangrijkste dorpjes en stadjes in de regio zijn Kisharsány, Nagyharsány, Villánykövesd en Villány. De laatste is naamgever van het wijngebied en ook de belangrijkste plaats. Hier liggen wijnkelders in de Baross utca gezellig naast elkaar. Voor de beste wijnen moet je niet per se in deze hoofdstraat zijn, al zijn sommige wijnkelders beslist de moeite van een bezoekje waard. Denk daarbij aan Matias, Heumann en Lelovits. Vlak buiten de stadsgrenzen liggen grote, bekende wijnhuizen als Tamás Günzer en Sauska. In de deelregio Siklós zijn de plaatsjes Harkány en Siklós het belangrijkst.

Geschiedenis


Detail van het wapen van Villány

Al in de Romeinse tijd werd in Villány wijn gemaakt. Tot de Ottomaanse bezetting maakte de wijnbouw een lange bloeiperiode door. Nadat het gebied ontvolkt was geraakt, streken er Serviërs neer. Zij namen verschillende soorten kadarka-druiven met zich mee en hadden bovendien gedegen kennis van de rode wijnproductie. In de 18e eeuw vestigden ook Duitse bevolkingsgroepen zich in het gebied. Deze Donau-Zwaben namen de portugieser mee, die in Hongarije namen kreeg als kékoportó of oportó. Dit ras is tot op heden de karakteristieke druif van het wijngebied.
In het wapen van Villány zie je deze historische feiten ook terug. Twee mannen dragen een reusachtige druiventros aan een stok die op hun schouders rust. De man met het blauwe schort staat voor de Duitsers, de linkerfiguur voor de Hongaren. Het zijn de twee volkeren die nog steeds het sterkst vertegenwoordigd zijn in het wijngebied. De "gouden" tint in het wapen is een verwijzing zijn naar de gouden kleuren in iconen en naar de Zuid-Slavische Serven, die nog steeds in het gebied wonen.
De Zwabische invloed is overigens ook te merken aan de Duitse namen die veel wijngaarden nog steeds hebben, zoals Jammertal, Sterntal en Teufelsgraben.

Wijnhuizen
De belangrijkste wijnhuizen in de regio zijn Gere, Malatinszky, Wassmann, Heumann, Bock, Vylyan, Sauska, Tamás és Gere Zsolt, Zoltán Günzer, Tamás Günzer, Jackfall, Tiffán en nog een paar andere.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten